Op 2 oktober 2025 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die de regering vraagt de handhavingsstrategie ‘zachte landing’, waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan, te verlengen van eind 2025 tot eind 2026. Het demissionaire kabinet gaat deze motie niet uitvoeren. Waarom niet?
Geen verlenging zachte landing
Het verlengen van de zachte landing zou betekenen dat de beoogde en afgesproken verbetering op de handhaving van schijnzelfstandigheid niet wordt gerealiseerd. Veel organisaties hebben hun bedrijfsvoering de afgelopen periode al verbeterd. Door verlenging van de zachte landing zullen de goede inspanningen van veel organisaties stagneren; zij krijgen te maken met een onaangekondigde koerswijziging die “goed gedrag” ontmoedigt. Andersom bevoordeelt het juist partijen die geen werk hebben gemaakt van de aanpak van schijnzelfstandigheid. Hiermee ondersteunen we bonafide organisaties niet en wordt schijnzelfstandigheid en misbruik onvoldoende aangepakt. Het zorgt voor minder solidariteit op de werkvloer, omdat er niet door iedereen met het juiste contract met de juiste rechten en plichten wordt gewerkt. De druk op het sociale en fiscale stelsel zal verder toenemen. Daarbij zorgt uitstel voor verdere onduidelijkheid als in tegenstelling tot gemaakte afspraken de zachte landing wordt verlengd, terwijl de markt juist behoefte heeft aan koersvastheid. Voorspelbaarheid van het overheidsbeleid is belangrijk voor burgers en bedrijven. 
Daarnaast is het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 opgenomen als mijlpaal in het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Indien er sprake zou zijn van het verlengen van de zachte landing zou de Europese Commissie dit kunnen zien als het terugdraaien van een reeds behaalde mijlpaal, hetgeen als consequentie kan hebben dat de Europese Commissie een korting (oplopend tot €600 miljoen) toepast op de te ontvangen HVP-middelen. Het uitvoeren van de motie om de zachte landing te verlengen kan leiden tot een budgettaire derving terwijl niet is voorzien in een dekking.
Handelingsperspectief 
Er zijn signalen over de gevolgen van het niet kunnen inzetten van (schijn)zelfstandigen.
Het voldoen aan wet- en regelgeving en de opheffing van het handhavingsmoratorium vergt inspanning en kan een spannend moment zijn voor werkgevenden en werkenden. Ondanks de uitdagingen zijn er veel werkgevers die de organisatie anders inrichten, zodat zij handelen conform wet- en regelgeving en daar (inmiddels) ook de voordelen van ervaren. Daarnaast blijft het kabinet zich de komende periode inzetten om door middel van communicatie meer bewustwording te creëren over het aangaan van de juiste arbeidsrelatie. Ook over hoe nog wél met en als zelfstandige(n) kan worden gewerkt, om onnodige terughoudendheid onder werkgevenden zoveel mogelijk te voorkomen.
De handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie (schijnzelfstandigheid) vindt plaats conform de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan.
Let op: Een demissionair kabinet kan niet naar huis worden gestuurd en dus straffeloos aangenomen moties naast zich neerleggen. De zachte landing voor schijnzelfstandigen en hun opdrachtgevers stopt dus eind 2025. Ze hebben dus nog enkele maanden om hun werkrelatie te herijken.
Terug naar het overzichtSchrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van financiële en fiscale ontwikkelingen.